Video Transcription
Je ruikt de rook. Ik wil ook roken.
Heb je een sigaret?
Misschien, ik zie het.
Je woont hier?
Ja, ik woon in dit gebouw.
Je ruikt de rook. Ik wil ook roken.
Heb je een sigaret?
Misschien, ik zie het.
Je woont hier?
Ja, ik woon in dit gebouw.